Zo'n 25 km boven Jerez de la Frontera, aan de monding van de Guadalquivir rivier, ligt Sanlúcar de Barrameda, een plaats met bijna 69.000 inwoners (68.684 in 2019).
Sanlúcar geniet van een microklimaat dat wordt gekenmerkt door de mildste temperaturen in de provincie Cádiz met milde temperaturen zowel in de zomer als in de winter.
De gemeente is ruim 170km² groot waarvan een groot deel bestaat uit gevarieerde natuurlandschappen en een kustlijn van 6 kilometer fijne zandstranden.
Geschiedenis van Sanlúcar
De eerst bekende nederzetting bij de riviermonding is van de Feniciërs die er een tempel bouwden. Overblijfselen van deze tempel zijn gevonden in de duinen van Algaida, nu behorend tot het Nationale park van Doñana.
Toen de moslims het gebied in handen hadden bouwden ze een fort (El Castillo de las Siete Torres) om de rivier te kunnen verdedigen. In 1297 zijn het de katholieken die het fot innemen.
Na de ontdekking van Amerika vertrok Columbus bij zijn derde reis uit de haven van Sanlúcar en Magellan vertrok hier voor zijn zeilreis om de wereld, die hij overigens niet voltooide omdat hij op de Filippijnen werd gedood.
Nadat de hertogen van Medinia Sidonia de stad in de eerste helft van de 17e eeuw verloren aan het koninkrijk werd de haven de handel met Amerika ontzegd ten faveure van de hoofdstad Cádiz en Sanlúcar raakte in verval.
Pas in de 19e eeuw bloeide de stad weer op toen het tijdelijk de hoofdstad was van een provincie die reikte van Lebrija tot aan de grens met Portugal. De hertogen van Montpensier bouwden een prachtig paleis in de stad om daar hun zomers door te kunnen brengen.
Na deze tijd kwamen de sherry- en wijnmakerijen opzetten die de sterk bijdroegen aan de economische ontwikkeling van de gemeente en dat ook tegenwoordig nog doen.
Natuur en klimaat
Aan de andere oever van de Guadalquivir ligt het Nationale park van Doñana met al haar natuurpracht. In dit unieke moerasgebied overwinteren jaarlijks zo'n 200.000 trekvogels. Gedurende het jaar zijn er meer dan 300 verschillende Afrikaanse en Europese vogelsoorten te bewonderen bij de zoetwaterlagunes.
Het Pinar de Algaida is een uitgestrekt dennenbos op de linkeroever van de Guadalquivir. Er groeien struiken als mastiek, jeneverbes en verschillende aromatische plante. Er staat een grote eucalyptus die beken staat als El Árbol Singular de Andalucía, er loopt een fietspad door het bos zodat je al dit natuurschoon goed kunt bekijken.
Het subtropische mediterrane klimaat zorgt voor milde temperaturen en weinig neerslag. Met tussen de 3000 en 3200 zonuren per jaar is het één van de zonnigste gemeenten ven Europa.
Toerisme
De stad is onder te verdelen in twee stadskernen. De Barrio Alto is de historische en monumentale binnenstad met smalle straatjes, witte huizen en statige paleizen. Hier vlakbij vind je ook de ruïnes van de middeleeuwse vestingmuur en het Castillo de Santiago.
In het lager gelegen Barrio Bajo vind je daar onder andere de kerken Iglesia de Santo Domingo en la Iglesia de San Jorge en het klooster van Regina Coeli. Op het Plaza Cabildo of het strand Bajo de Guía kun je heerlijk eten en drinken in tapasbarretjes of visrestaurants.
Aan de kustlijn vind je oook nog de stranden Playa de la Calzada, Playa de la Jara en Playa de Bonanza. Op het Playa de la Calzada worden in augustus de beroemde paardenraces gehouden terwijl je vanaf Playa de la Jara een prachtig uitzicht hebt over het Doñana-park aan de overzijde van de rivier.