Het is wellicht de meest bekende plaats in Andalusië. Iedereen kent de beelden van "het arendsnest" aan de randen van de Tajo del Ronda, een kloof van 150 meter diep.
Ronda ligt in het westen van de provincie Málaga, tussen de bergketens Sierra de las Nieves en Sierra de Grazalema in, een cultureel kunststukje te midden van prachtige natuur.
In 2018 had de stad bijna 34.000 inwoners alhoewel er in de zomer duizenden mensen meer door de stad lopen doordat er dagelijks honderden bussen met toeristen een van en naar de stad rijden.
Geschiedenis van Ronda
De stad is één van de oudste steden van Spanje. In de Cueva de la Pileta vind je grottekeningen uit de prehistorie, alhoewel oorsprong van de stad gezocht wordt bij de Kelten.
Na de Kelten woonden er Feniciërs en Grieken in het gebied rondom Ronda. Uit de Romeinse periode zijn er overblijfselen van de stad Acinipo gevonden op de archeologische vindplaats met een Romeins theater. De Romeinen tekenden voor het eerst de naam Aunda op vanwege het uitkijkpunt dat de stad vormde met rondom een strategisch uitzicht.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de volgende bewoners van Al-Andalus, de Arabieren, de stad gebruikten als strategisch punt voor hun verdediging. De Puerto de Almocábar was de toegang tot het de oude stad aan de zuidzijde van de kloof waarin de Guadalevin rivier loopt.
De Ciudad del Castillos heeft nog veel muren en toegangspoorten uit die periode die bewaard zijn gebleven. Op een oude Romeinse tempel bouwden de Arabieren in de 13e eeuw de La Mezquita Mayor, de grote moskee van Ronda. Ook zijn er Arabische badhuizen uit de 13e eeuw bewaard gebleven aan de oevers van de rivier.
In de 14e eeuw wordt de eerste van de drie bruggen gebouwd die het meer dan 100 meter diepe ravijn overspannen. Via deze Arabische brug met een enkele boog kwam je de oude wijk binnen van de stad die door de Arabieren Izna-Rand-Onda werd genoemd.
In de 15e eeuw wordt de stad veroverd door de katholieken die de Santa Maria la Mayor bouwden, waar een combinatie van Arabische en Christelijke invloeden te zien is.
In de 16e eeuw wordt de tweede brug, de Puente Viejo ("oude brug") gebouwd die de twee westelijke delen van de stad met elkaar verbindt, op de brug staat de karakteristieke boog Arco de Felipe V.
In de 18e eeuw wordt de derde brug, de Puente Nuevo ("nieuwe brug") gebouwd, een gigantisch architectonisch meesterwerk dat de wijk Mercadillo en de stad met elkaar verbindt. In die eeuw wordt ook het Plaza de Toros van Ronda (de oudste stierenvechtersarena van Spanje) gebouwd.
In die eeuw verrijzen ook de herenhuizen en paleizen, het oude stadhuis (nu Parador de Turismo) en veel religieuze gebouwen. De stad heeft tegenwoordig één van de mooiste historische 
complexen van Spanje dat sinds 1966 is uitgeroepen tot Bezit van Cultureel belang.
Vanaf het einde van de 20e eeuw neemt het toerisme een vlucht in de stad en wordt de stad toegevoegd aan de route van de witte dorpen van de Serranía de Ronda.
Natuur en klimaat
De Serranía de Ronda is een gebied van 1536 km² dat ten zuiden van het Penibética gebergte ligt. Ten westen van het gebied ligt het platteland van Jerez, in het noorden dat van Sevilla en in het oosten ligt de Guadalhorce vallei.
Het plateau waarop de stad Ronda zich bevindt, ligt centraal ten opzichte van de Guadalteba vallei, de Guadario vallei en de Genal vallei. In de nabijgelegen natuurgebieden Sierra de Grazalema, Sierra de las Nieves en Los Alcornocales vind je bergen tot 1919m hoog, een rijke flora en fauna en prachtige wandelgebieden.
In de stad zelf zijn er de paleistuinen van het Palacio de Móndragon en van het Palacio de Rey Moro. In de laatstgenoemde paleistuin vind je La Mina, een tap van 231 treden die naar de rivier leidt.
Serranía de Ronda kent een typisch mediterraan klimaat met hete droge zomers. In de gematigde winters daalt het kwik af en toe onder het vriespunt en het voor- en najaar kennen milde, matig warme temperaturen. Er valt ruim 1000mm regen per jaar, het Sierra de Grazalema ten westen van Ronda is met 1700mm neerslag per jaar het meest regenachtige gebied van
Andalusië.
Toerisme
Bij de Paseo de Blas Infante en Mirador de los Reyes Catócios heb je een prachtig uitzicht over de kloof en de rivier de Guadalevin.
Naast een bezoekje aan de eerder genoemde kerk van Santa Maria la Mayor, de Arabische baden en paleizen is de neoklassieke Arena de Ronda een mooie plek om te gaan bekijken.
De arena heeft 136 zuilen, 68 bogen biedt plaats aan 6.000 toeschouwers. Het Bullfighting Museum uit 1984 vertelt over de twee beroemde stierenvechtersverenigingen in Ronda, de Romero en de Ordónez.
Het Palacio del Marque de Salvatierra is een statisch herenhuis uit de 18e eeuw in het historische centrum van de stad en voor een verfrissende duik in natuurwater kun je terecht bij de Cueva del Gato bij Beanoján.