Deze gemeente hoort bij de provincie Málaga en ligt ongeveer 15km ten oosten van de hoofdstad. In 2018 telde de gemeente 46.093 inwoners, die volgens Wikipedia het hoogste inkomen per hoofd van de bevolking genieten in Andalusië.
De stad ligt aan de Costa del Sol en telt 9 kilometer aan stranden en een levendige promenade. De gemeente telt vier bevolkingscentra, naast de stad zelf zijn en La Cala del Moral en Torre de Benagalbón aan de kust en Benagalbón in het binnenland.
De gemeente is bekend vanwege de unieke grotten (de oceaangrot Cueva del Tesoro en Cueva de la Victoria), het Casa Fuerte Bezmiliana en heeft veel toeristische routes voor wandelaars en mountainbikers.
Geschiedenis van Rincón
In de grotten zijn duidelijke aanwijzingen gevonden dat het gebied al in de prehistorie werd bewoond.
De oudste nederzetting in de gemeente is van de Feniciërs op de zuidelijke helling van La Loma de Torre de Benagalbón, die daar was tot de Romeinen kwamen en zich op de vlakte vestigden waar nu nog de overblijfselen van een Romeinse villa te vinden zijn.
Op de kruising van de routes langs de kust en van de kust naar het het binnenland vind je de vestingmuren van Cerro del Catilón, waar de Arabieren daarna een kasteel hadden gebouwd.
Aan het einde van de 15e eeuw werd de gemeente veroverd door de Katholieken die vanwege de toename van de piraterij in die tijd besloten de verdediging te versterken, zij bouwden de belangrijkste moskee om tot een fort.
In de 16e eeuw worden de twee wachttorens aan de kust gebouwd (De Torres Alemnaras) die je nog steeds kunt bezichtigen, de ene in Torre de Benalgabón en de andere in de wijk El Cantal in Rincón de la Victoria.
Benalgabón dankt zijn oorsprong een een nederzetting van een berberstam in de 11e eeuw terwijl Cala de Moral zijn naam dankt aan de vele moerbeibomen die er stonden, de productie van zijde was daar de belangrijkste inkomstenbron.
In de 19e eeuw werd in de hele gemeente de boomteelt belangrijk, in het binnenland werden vijgen en rozijnen verbouwd en de stad werd een belangrijke schakel in de handelsroute naar Málaga.
De komst van de spoorlijn in 1908 maakte het kustgebied nog beter bereikbaar en vanaf de tweede helft van de 20e eeuw komt het toerisme hier net als aan de rest van de Costa del Sol in opkomst en worden de inkomsten daaruit steeds belangrijker.
Natuur en klimaat
De prachtige kliffen van Rincón de la Victoria bieden een prachtig uitzicht op Málaga en de Middellandse Zee. Deze kliffen lopen van Rincón de la Victoria tot aan de la Cala del Moral.
De Cueva del Tesoro, ook wel Cueva del Higuerón genoemd is één van de weinige grotten van oceanische oorsprong, het water heeft prachtige vormen achtergelaten in de grotten.
In de Cueva de la Victoria bind je een galerij met 13.000 jaar oude rotstekeningen, er zijn in totaal 67 personen afgebeeld. Daarnaast zijn er ook veel archeologische vondsten gedaan.
In het meest oostelijke deel van Rincoón de la Victoria kun je een ecologische wandeling maken die voert langs Playa Los Rubios in het centrum van Torre de Benalgabón. Je ziet er unieke duinsoorten zoals de beschermde azucena del mar.
Het klimaat is mediterraan met een gemiddelde jaarteperatuur van 18 graden Celsius. Er valt minder dan 500mm regen per jaar en die valt hoofdzakelijk in de wintermaanden.
Toerisme
Buiten de grotten, torens en de fijne zandstranden is het botanische park "Hoya de las Cabras" langs de weg naar Macharaviaya een aanrader. Ruim 10.000 m² met inheemse plantensoorten en wandelroutes.
Het Parque Arqueológico del Mediterráneo ligt vlakbij de grotten, op deze archeologische vindplaats vind je ook een replica van de rotstekeningen.
Ook zijn er in de omgeving veel wandel- en mountainbikeroutes zowel op het vlakke terrein rondom Rincón de la Victoria als in de bergen iets verder in het binnenland.